De rol van de darmen bij een goede gezondheid wordt steeds duidelijker. Dat wordt ook steeds vaker bevestigd vanuit de wetenschap, zoals onlangs nog in dit radiofragment werd uitgelicht. 

Steeds meer mensen slikken daarom probiotica. Daar is op zich niets mis mee, mits je je er beter door voelt. 

In veel gevallen zorgen probiotica ook voor een verbetering van klachten of voor een betere relatie met de W.C. 🙂

Het kan alleen ook zo zijn dat je je er juist minder goed door gaat voelen. Of dat je niet zoveel verschil merkt t.o.v. wanneer je het niet neemt. 

Hoe zit dat? En waar moet je op letten als je een probiotica supplement koopt?

Allereerst is het goed om te weten dat de meeste probiotica preparaten een beperkt aantal bacteriestammen bevat. Vaak worden dan ook de stammen gebruikt die het gemakkelijkst overleven onder alle omstandigheden. 

Daarmee doel ik op: zowel een zuurstofrijke als zuurstofarme omgeving. Er kan namelijk nog wel eens wat extra zuurstof in de darm komen, op plekken waar dat niet hoort. 

En als dat een plek is waar juist de bacteriestammen huizen die niet goed gedijen in een zuurstofrijke omgeving… dan leggen ze het loodje. 

Je hebt deze bacteriestammen echter wel nodig om een goed afweersysteem in stand te houden in de dagelijkse strijd tegen van alles wat langskomt (denk bijvoorbeeld aan bacteriën en parasieten). 

Dan hebben we nog een ander punt en dat is dat we allemaal niet zo gezond eten als we zouden willen moeten. Veel gezonde voedingsmiddelen, zoals verschillende groente- en fruitsoorten bevatten bepaalde prebiotische vezels die als voeding dienen voor de goeie darmbacteriën. 

Want als de bacteriën wel in je darm zitten, maar ze krijgen niet (genoeg) te eten…dan overleven ze het ook niet. Of deels, maar ook dan is de werking ervan verminderd.

Een aantal voorbeelden van prebiotische voeding zijn: zoete aardappel, pompoen, uien en knoflook, maar ook appel en noten. 

Tot slot is er nog een andere belangrijke reden waarom probiotica niet altijd werkt of zelfs je klachten erger kan maken. En dat is wanneer je een histamine-intolerantie hebt – en daar hoef je niet per se hooikoorts voor te hebben. 

Sommige bacteriestammen triggeren de aanmaak van histamine, wat het histaminegehalte in je lichaam verhoogt en waardoor je klachten erger kunnen worden als je een histamine-intolerantie hebt. 

Ook daarom ben ik blij dat het inzetten van laboratoriumonderzoek vast onderdeel is van mijn werkwijze. Op die manier weten we of er sprake is van een histamine-intolerantie of een verlaging van je residente flora (chic woord voor goede darmbacteriën). 

En kan ik daarop inspelen met mijn advies voor het inzetten van een kwalitatief goed pre- en probiotica supplement wat bij je past.

Denise

P.S. Benieuwd of de probiotica die jij slikt een topper is? Stuur me een bericht en ik denk met je mee.